‘Een heel bruin en een half wit’, hoor ik nog mijn moeder zeggen tegen de bakker die in de jaren ’60 langs de deuren kwam met zijn brood. ‘Samen anderhalf’, bevestigde steevast de bakker, die kennelijk aardig kon rekenen maar niet uitblonk in originele teksten. Anderhalf is een uniek woord dat in deze tijd een eigen leven is gaan leiden. Anderhalve meter is een gepaste afstand die we tot elkaar bewaren. Een daalder. De hele wereld wordt herleid tot anderhalf. De recessie is onvermijdelijk door krimp van anderhalf procent. De Olympische Spelen beginnen over anderhalf jaar. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
We zijn allemaal van slag. Anderhalve week geleden wist nog maar een handvol mensen hoe Zoom werkt. Vandaag zit bijkans iedereen door elkaar heen te kleppen in deze video conference-app. Door alle beperkingen in ons doen en laten ontstaan natuurlijk ook nieuwe en heel creatieve ideeën. Ik denk dan aan hoe alle orkestleden van het Rotterdams Philharmonisch, elk ‘thuiswerkend’ vanuit hun eigen studeerkamer, de negende symfonie van Beethoven speelden en via een ongetwijfeld professionele versie van Zoom ten gehore brachten. Zij redden er de economie niet mee, maar de mensheid wordt er zonder meer beter van.
Komend weekend gaat de klok vooruit. Er zijn mensen die voorstellen de klok twee maanden vooruit te zetten. Mijn suggestie zou zijn er symbolisch anderhalf uur van te maken. Dan zijn we vanaf zaterdagnacht allemaal safe.