Berg je herinnering op
Tot een paar jaar geleden ging ik met de tent op vakantie. Niet omdat ik de eenvoud leuk vind of het getob bij het snijden van een tomaat op een plankje op schoot, maar omdat ik van de reuring van de mensen om me heen houd. Ik ben bovendien dol op ‘vertrouwd’. De calvinist in […]
Trots is een virus
Het is uniek in de historie: de Olympische Spelen zonder publiek met een verkeerd jaartal. De Spelen houden deze zomer thuisblijvers van de straat. Het is mij tot nu toe nog nooit overkomen dat ik niets beters te doen had dan kijken naar judo en schoonspringen. Ik heb zelfs zeilen gevolgd. Een volstrekte chaos van bootjes die alle kanten op varen. Ongeschikt voor televisie. Toch keek ik. En na afloop van elke wedstrijd is er een diepte-interview met een al dan niet succesvolle Nederlandse deelnemer die altijd in de wolken is en zegt: ‘Ik ben trots op m’n vijfde plaats, ja, en ik ben ook trots op m’n hele team.’ Als de sporter het al niet zelf zegt, dan vraagt de NOS-verslaggever ernaar. Waar komt het toch vandaan, trots zijn op van alles en nog wat en vooral op andere mensen of dingen? Het is de hoogmoed waar het woord van vergeven is die mij tegen de borst stuit. Trots is het nieuwe blij. Het foutief gebruik van trots is in de afgelopen anderhalf jaar alleen maar toegenomen.
Microplastics
Sinds ik bij ‘Keuringsdienst van waarde’, een tv-programma van mijn idool Teun van de Keuken, zag dat heel veel doucheproducten van populaire merken microplastics bevatten, heb ik de app BTMB (Beat The Micro Bead, een initiatief van de Plastic Soup Foundation) op m’n mobiel gedownload. Nu scan ik met m’n telefoon de onleesbare ingrediëntenlijst op m’n douche-olie van Nivea. En ja hoor, die bevat microplastics. Ik ga nog even verder met andere potjes en flacons in de badkamer en ik ontdek dat doucheschuim van Therme en shampoos van Alpecin, Rituals en l’Oréal ook microplastics bevatten. Ik realiseer me dat ik nu enkele van mijn badkamergeheimen prijsgeef, maar dat zij dan maar zo. Het schijnt ook in make-up te zitten, maar die gebruik ik niet.
Miljard is veel meer dan miljoen
Eind 1988 heb ik een feest gegeven, omdat ik 10 duizend dagen oud was. Mijn 10 duizendste dag viel toevallig op een vrijdag – een geschikte dag voor een ‘feessie’ – en bovendien in december. Het kwik van de buitenthermometer bleef steken op een graad of zes, de perfecte temperatuur voor bier. Ik had die muur kratten ook niet kwijt gekund in mijn bescheiden koelkast.
Spierverslapper
Oké, nog één keer dan …! Houd op met zeggen dat je iets hebt mógen doen. ‘Ik heb vandaag weer veel klanten tevreden mogen maken.’ Je boodschap wordt er krachteloos door, alsof je tennist met een natte krant als racket. Je hebt iets gedáán! Met veel plezier kun je eraan toevoegen. Je hebt er geen toestemming voor gekregen, het is je opgedragen of verzocht of het is je werk. Onderdanige en onzekere types gebruiken ‘mogen’. Als je zelfvertrouwen hebt, mijd je het woord. ‘Mogen’ voegt in dit verband niets toe. Het haalt alleen iets weg, namelijk de zeggingskracht van een zin. Alsof je praat met je tong uit je mond.
Parodontax-gate
De alternatieve, kruidige en zoute tandpasta Parodontax heeft een zoete smaak gekregen. Dat pikken de fans niet en vergelijken het nieuwe smeersel met snoep. Het zou me niet zo bezighouden als mijn vriendin niet op Twitter had gezegd dat Parodontax lulkoek verkoopt en daardoor gisteren op televisie kwam om een en ander uit te leggen. Er was natuurlijk wat voorafgegaan aan dit optreden van haar. De NOS had het ‘nieuws’ opgepikt van Twitter, en met name ook haar tweet hierover. Er ontstond enige ophef over de veranderde smaak van de tandpasta. Bovendien wijdde Paulien Cornelisse haar column op de voorpagina van de Volkskrant van afgelopen zaterdag aan dit prangende onderwerp. Wat een ‘verademing’ om het een keer niet over covid-19 te hebben …
Wappiewereld
‘Gekkie’ heeft plaatsgemaakt voor ‘wappie’. Zéker in de samenstelling ‘viruswappie’, die dit jaar de derde plaats innam in de woord-van-het-jaarverkiezing van Van Dale. Vervolgens heeft de ‘Even tot hier’-versie van de oude kersthit (‘Flappie’) van Youp van ‘t Hek een nog bredere bekendheid gegeven aan het woord. Wappie is een verzamelnaam waarmee ik alle mensen die onzin tot waarheid bombarderen, over één kam scheer. Niet zo vreemd, want het zijn meestal dezelfde figuren die uit gebrek aan een eigen mening zich scharen achter een leider en ondertussen anderen beschuldigen van het gedrag dat ze zelf vertonen. Op zich is dat best gevaarlijk. Je kunt geen vat krijgen op een discussie als mensen steevast zeggen dat feiten ‘slechts meningen’ zijn en verwijzen naar niet-verifieerbare cijfers en duistere websites met de aanmoediging ‘doe je eigen onderzoek’. Wappies leven in een (vermoedelijk platte) wappiewereld waarin discussiëren uitmondt in roeptoeteren en jij-bakken.
Vaccin uit solidariteit
Het hebben van kritiek is volksport nummer één in Nederland. Of het nu gaat om de voetbalkwaliteit van Memphis Depay bij Oranje, de keuze die de bondscoach maakt bij het opstellen van de spelers of maatregelen die de premier van ons land aankondigt op een persconferentie op dinsdagavond. We weten het allemaal beter. We geloven […]
Wat doen we met Covid-gekkies?
We hebben vandaag de dag steeds meer te maken met Complotdenkers. Hoe moet je die te woord staan zonder een knallende ruzie te krijgen? Met Covid-gekkies kun je het beste omgaan als met mensen met een vorm van Alzheimer. Ga niet tegen ze in als ze iets onsamenhangends zeggen. Veer mee en probeer het gesprek op een ander onderwerp te brengen.
Des is dood
Zondagochtend 4 oktober is Jan des Bouvrie overleden. Ik heb hem een keer ontmoet bij een kop koffie in zijn werkkamer, nadat ik gedoe had over de levering van een 2,5-zits bank. Hij had iets goed te maken. En nu is hij dood. Oké, er zit ongeveer 25 jaar tussen. Maar het doet me wat. Ook al kende ik hem natuurlijk niet echt. Hij deed me aan mijn (overleden) schoonvader denken, die ook Jan heette. Beiden hadden iets met design, strak en wit. Beiden konden op een onnavolgbare wijze iets simpels zeggen. Iets waarvan je als luisteraar direct denkt: wat is dit voor gelul? Maar als je zo’n opmerking iets beter tot je laat doordringen, blijkt die iets briljants te hebben. Filosofisch bijna. Cruijffiaans. ‘Een stoel moet jou omarmen …’