Het leven is soms niet eenvoudig, zei mijn moeder. Als er in je privéleven iets ingrijpends gebeurt kan dat alles wat je doet op losse schroeven zetten. Niets relativeert het leven zo als de dood van een naaste. Het gekke is dat iedereen sterfelijk is en dus uiteindelijk de pijp aan Maarten geeft. De dood is er zomaar en soms plotseling. Daarom is die aan de orde van de dag. De dood is zelfs zo gewoon dat er goed geld aan wordt verdiend. Dat kan omdat nabestaanden graag de uitvaart van een dierbare betalen. Je relativeert alles, dus ook de hoogte van die rekening. Terwijl geld tijdens het leven een redelijk belangrijke rol speelt, verliest het bij de dood volledig zijn waarde.
‘Het leven gaat door’ is een veel gehoord cliché. Daar zit natuurlijk veel waarheid in. Maar het leven wordt wel anders, vind ik. Hoe ouder ik word hoe meer ik te maken krijg met het overlijden van naasten. Dat relativeert dan weer de dood. Ik nader elke dag meer m’n eigen dood en die is veel minder verdrietig dan die van een goeie vriend of geliefd familielid. De dood zelf is niet zwaar. Het leven met de dood van een geliefde is nauwelijks te torsen. Ik zie niet op tegen mijn eigen dood. Het is alleen jammer dat ik mijn uitvaart niet bewust kan meemaken en de borrel na afloop moet missen. Ik zou willen weten wat mensen over mij zeggen als ze mijn leven in een A4-tje samenvatten. Misschien worden mij eigenschappen toegedicht waarvan ik zelf niet wist dat ik ze had. Waarschijnlijk steken vrienden veren op een plaats waar ik ze liever niet heb. Immers, over de doden niets dan goeds.
Vroeger zei mijn moeder, die ruim 17 jaar geleden is gaan hemelen, dat het leven niet altijd eenvoudig is. Als kind begreep ik daar niets van. Vandaag is het mij helemaal duidelijk wat ze ermee bedoelde.