Onlangs zat ik in Utrecht op de Neude op het terras. Vraag ik aan de serverende jongen wat hij op de tap heeft. Hij verwijst achteloos naar de QR-code die op het tafeltje is geplakt. ‘Daar kun je onze kaart scannen met je mobiel …’, zegt-ie. Ik blijf totaal verbouwereerd achter.
Het gebeurt vaker in de horeca dat ik met stomheid geslagen ben. Ik kan er namelijk niet aan wennen. ‘Ja, even wachten, ik kom zo bij u’ en dan doorgaan met kletsen met een collega. Of: ‘Ik zal m’n collega even roepen …’ Dat vind ik ook een opmerking waardoor mijn libido sterk daalt.
Ik ben nu een paar dagen met vrienden op Terschelling. Skylge, zoals de Friezen zeggen. Het eiland dat z’n huidige bekendheid heeft door het theaterfestival Oerol. Dat dit jaar natuurlijk niet is doorgegaan. Dat eiland dus. Het is enigszins een onderneming om er te komen, maar dan heb je het vakantiegevoel ook te pakken. Zelfs in de tweede helft van augustus.
Op dat eiland dus staat de grootste strandtent van de Waddeneilanden, zegt de eigenaar. In elk geval de mooiste, want die kwalificatie kan ik zelf bepalen. WestAanZee heet die. Het nieuwe bouwwerk is deze zomer in gebruik genomen en is de vervanger van een gammele oudere versie. En je kunt er fantastisch eten en drinken. De kwaliteit is goed. Maar het allerbelangrijkste is dat de meisjes en jongens die daar werken geweldige gastdames en -heren zijn. Ze verhouden zich stuk voor stuk tot je. Ze zijn vrolijk en vriendelijk, snel, alert en servicegericht. Niets is te veel en ze doen er alles aan om de gasten belangrijk te maken en tevreden te stellen. Het kan dus wel. Maar je moet passie hebben voor wat je doet. Wordt het werk ook veel leuker van. In de watten leggen is een vak.
Bekijk de trailer bij deze column opgenomen op het strand bij Paal 8 op Terschelling: https://bit.ly/33yg4kK